14 november 2021, Cacahoatán
Om 6u30 na een nachtje op de bus rijden we Tapachula binnen. We hebben allen redelijk geslapen. Al is dat relatief want elk uur stopt de bus ergens, gaan alle lichten aan en is iedereen wakker. Ook moeten we een pas over die zo stijl is dat we wakker worden omdat onze oren suizen. We beginnen dus maar half aan onze etappe. Maar waw daar ligt de vulkaan te blinken in het ochtendlicht.

Onze bestemming voor vandaag is Union Juarez, een dorp aan de grens met Guatemala aan de voet van de Tacaná vulkaan. Het dorp ligt 45 km van Tapachula, 1500 meter klimmen. We rijden Tapachula uit na kennismaking met een plaatselijke MTB club. Ze willen allemaal op de foto en sturen ons een andere weg op dan degene die we gepland hebben. Ik weet niet of dat een zeer goed idee was.

De klim begint met een moordende helling, het is direct alles uit de kast. En dat is de trend voor de rest van de etappe. Het is Vlaamse Ardennen stijl. Stijl omhoog en dan weer recht naar beneden. Ik voel me niet fit, mijn keel doet pijn, ik adem moeilijk, mijn benen zijn slap. Ook Ramon heeft een off day. De weg is prachtig met gigantische blaren, bomen en regenwoud, er kwetteren overal exotische vogels rond ons maar hij schenkt er geen aandacht aan. Zelfs de Spotify lijst met Franse chansons kan hem niet opbeuren.



Na 20 km komen we in een klein stadje, Cacahoatán. Ik ben op en we besluiten vandaag niet meer verder te fietsen. Er zijn een paar hotelletjes. Het eerste dat we tegenkomen is spotgoedkoop maar de kamer ruikt heel erg vochtig en het bed is 1 en al springveer. Het volgende hotel heeft een fantastisch bed en het ruikt er naar verse lakens. Ideaal crashmateriaal! Na een powerdutje ben ik een beetje opgeknapt maar ik blijf moeilijk ademen. Bart zoekt een dokter en we gaan samen naar een dokterskabinet. Mijn keel is zwaar ontstoken maar ze verzekert me dat ik geen corona heb, een test is niet nodig. De grote temperatuurschommelingen en airco zijn wellicht de boosdoeners.

We doen het dus rustig aan de rest van de middag. Een dutje, een wandelingetje in het dorp, een koffie op het plein, en een ritje met Angel, de zoon van de hoteluitbater.


Morgen nog 25 km en 1000 meter stijgen, ik wist zelfs niet dat dat mogelijk is.