6-7 juli 2021, Östersund
We blijven 2 dagen in Östersund, de hoofdstad van Jämtland. Er is regen voorspeld voor de komende 2 dagen. De tent blijft in de zak en we boeken 2 nachtjes in de jeugdherberg van Östersund. Dag 1 staat in teken van fietsherstelling en jassen waterdicht maken. Barts sjaaltje vond zijn weg in de schijfrem en die is naar de wuppe. Zijn sjaaltje ook maar dat is minder problematisch. Er komt een gans nieuw remsysteem aan te pas. 200€ lichter zijn we na de operatie. De kinderen krijgen er wel een gratis hipster klak bij.

En dan de jassen. Er is hier al heel wat afgemekkerd over jassen, waterdicht/ niet waterdicht, impregneren, lekken/ niet lekken, condens/ geen condens… Ik kocht nadat mijn goretex jas bleef lekken een polyester vissersjas. Al die vissers lopen rond met zo’n jas en staan daar uren mee in de rivier. Ik had er dus alle vertrouwen in dat deze jas de regen zou buiten houden. Na 2 buien met mijn nieuwe jas is er geen twijfel meer, de naden zijn zo lek als een zeef. De binnenkant van de stof wordt klam en wak en in de zomen staan er plasjes water. Ik heb de afgedankte goretex nog niet weggegooid. In Östersund haal ik was- en impregneerproduct voor goretex, kaap de wasmachine van de jeugdherberg en hoop toch nog op een ommekeer.

Het is een mooie grote jeugdherberg, een oude brandweercentrale. De gangen zijn breed en lichtblauw geschilderd, het lijkt een beetje op een materniteit. Met gladde vloeren en zware deuren. Er is een grote keuken met verschillende fornuizen en een arsenaal aan potten en pannen. De kinderen doen inkopen (alleen!) en koken. De zak snoep, chocolade, kauwgum en chips nemen we er graag bij. We eten balletjes in tomatensaus en popcorn. De popcorn brandt aan en heel de keuken staat in de rook. Een vrouw zegt I am amazed by the independency of your children. Ik ben trots en schuur blinkend de aangebrande pot uit.

Dag 2 slapen we lang en gaan naar Jamtli, een openluchtmuseum voor lokale cultuur. Je wandelt er door Zweden door de eeuwen heen. Boerderijen, huizen, houtzagerij, kerkje, postkantoor anno 1785 tot de jaren ‘50. Het is met heel veel oog voor detail afgewerkt en de figuranten zitten helemaal in hun rol. Het valt ons op dat het Zweedse platteland nog niet veel veranderd is sinds de 18de eeuw. Wij rijden langs dezelfde boerderijen, dezelfde kerken. Alleen graast er nu een grasrobot in de pelouses in plaats van dat de zeis gehanteerd wordt. We raken aan de praat met een figurant die aan het zeisen is. Hij is even gestopt omdat er teveel kikkers in het natte gras zitten en hij hen niet in 2 wil hakken. Hij is toneelacteur, toerde jaren in Europa en vertelt over zijn tijd in Brussel. De pandemie bracht een einde aan het toeren en hij figureert nu in Jamtli als 18de eeuwse boer. Ik vind dat een beetje tragisch.


Er is ook een stuk museum binnen met een tentoonstelling over mythologie in de Zweedse kunst.

Het kuieren maakt ons allemaal ontzettend loom. We zijn fitter na een bergpas dan na 3 uur in een openluchtmuseum. De avond brengt zon en we zoeken een terrasje. Morgen terug op de fiets richting Höga Kusten.
Een blinkende moeder die de pot staat op te blinken… heerlijk! En nog preus lik fjirtig ook waarschijnlijkst!
LikeGeliked door 1 persoon